Integratie begint in de koffiebar

  • Bericht auteur:
  • Leestijd:4 minuten leestijd

(Read this blog in English)

In tegenstelling tot wat geëmigreerde freelancers graag doen uitschijnen op hun socials, zit ik zelf hier in Valencia niet de hele dag tekstjes te tikken onder een palmboom aan het strand. Zandkorrels verspreiden zich namelijk in geen tijd tot in de meest onmogelijke spelonken van het menselijke lichaam. Als prille dertiger rek ik evenmin langer dan een halfuur zonder bureaustoel, voorovergebogen over het scherm van m’n laptop.

Om toch even aan de routine van m’n vaste cowerkplek te ontsnappen, ga ik even langs bij Café Compostela naast de deur. Ik zet me aan een tafeltje in de hoek, terwijl ik nadenk over een onmogelijke schrijfopdracht – iets met het uitleggen van procesoptimalisatie, “maar liefst op een sexy manier, Thomas.” Terwijl mijn gedachten onvermijdelijk afdwalen, zie ik hoe een kort geknipte man in schilderstenue op de knoppen van de gokkast in de hoek mept. “Geluk moet je afdwingen!” moppert hij tegen niemand in het bijzonder. De machine lijkt niet onder de indruk van z’n vermeende autoriteit en blijft gretig vers muntgeld verteren. Op de televisie aan de muur staat een verslaggever druk gesticulerend te berichten over de Zwarte Weduwe van Patraix, die volgens het televisietribunaal hoogstwaarschijnlijk haar man vergiftigd heeft. Het is een smulverhaal voor Telecinco. Dat kanaal heeft zich met nieuws over moord, doodslag en ontrouw van beroemdheden opgewerkt tot de meest bekeken zender in Spanje.

Background image of a palm tree under a cloudy sky

Hoewel ik geen hippe MacBook voor m’n neus heb staan en enkel wat notities op papier zet, krijg ik toch enkele meewarige blikken van andere gasten. Deze blondie hoort hier niet, te midden van de gewone werkmens die al halfweg de ochtendshift aan de ham met wijn zit. Ik probeer wat sociaal krediet terug te winnen door tegenover de dochter van de Colombiaanse caféuitbater met iets te luide stem en afgekapte medeklinkers om een broodje tortilla te vragen. De rust keert terug. Dit is gelukkig geen turista die een scène zal maken over glutenvrije onzin. Hier eet men paardenburgers!

Kieskeurigheid over havermelk wordt nog geen honderd meter verderop, bij koffiebar Tallat, wel gepermitteerd en zelfs actief aangemoedigd. Hip geklede twintigers nippen er van allerlei gestoomde caffeïnecombinaties, zorgvuldig geselecteerd door een Italiaanse inwijkeling met een eigen koffiebranderij. Hij arriveert elke ochtend op een verdacht goedkope elektrische fiets van een Chinees merk, die volgens mij elk ogenblik vuur kan vatten. Ik kom net zo graag in Tallat, en heb er echte koffie leren waarderen. Er worden ook ambitieuze plannen gesmeed, die de aandachtige luistervinker geregeld kan opvangen. Digital nomads praten er afwisselend in het Engels, Duits en Neejdurlands over nieuwe apps en, als het even kan, wereldverbetering. In Compostela niks van dat: daar bidt men voor een betaalbaar eigen huurappartement en een vaste baan. Het is een schoolvoorbeeld van de onvermijdelijke frictie als gevolg van gentrificatie. Vaak vraag ik me af of ik schuld tref. Word ik verwacht om me mee collectief neer te leggen bij de economische en politieke situatie? Of zijn mijn aflaten in de vorm van belastingen, lokale vakanties en integratie in het sociale weefsel voldoende?

Ook over de aankomende regionale verkiezingen twijfel ik. Zet ik m’n aversie tegenover het kneuterige, verongelijkte Valencia-calimerocomplex van verenigd links opzij en stem ik voor een verlenging van de huidige coalitie? Dat zou op z’n minst een voortzetting betekenen van de lokale shift naar een meer leefbare en groene stad, die zich beter kan wapenen tegen de almaar langer durende hetere zomers. Met als enige alternatief een coalitie van het extreemrechtse Vox en de conservatieve PP, lijk ik weinig keuze te hebben.

Onlangs legde ik m’n twijfels voor aan een vriendin. Die wees me erop dat het feit dat ik me druk maak over dit dilemma, een bewijs is van een, ik citeer, “gevorderd niveau van lokale integratie”. Zo had ik het nog niet eerder bekeken. Vier jaar eerder, toen ik met niets meer dan één koffer onder de arm en een droom om te leren vliegen in het hoofd arriveerde, zou het goed geweest zijn.

Ik reken af. De man aan de gokkast wacht nog steeds op de jackpot die zal komen. Ik neem me voor om morgen naar Tallat te gaan en deze papieren notities op een dure laptop uit te tikken. Alles voor het evenwicht.